Op 8 maart 2018 verscheen in het Belgisch Staatsblad een omzendbrief met betrekking tot de strijd tegen sociale dumping in het kader van overheidsopdrachten en concessieovereenkomsten in de speciale sectoren, de tekst daarvan treft u hier. Op 17 juli 2017 was eerder al een gelijkaardige omzendbrief verschenen die betrekking had op de strijd tegen sociale dumping in het kader van overheidsopdrachten en concessieovereenkomsten in de klassieke sectoren.[1]

De strijd tegen sociale dumping in het kader van overheidsopdrachten en concessieovereenkomsten vormt een rode draad doorheen de nieuwe regelgeving die de federale regelgever vorig jaar heeft uitgevaardigd. Die is namelijk van oordeel dat de federale aanbestedende overheden in de strijd tegen sociale dumping het voortouw dienen te nemen en een voorbeeldfunctie te vervullen.

Tijdens zijn zitting van 19 januari 2018 heeft de Ministerraad dan ook beslist dat er een Charter diende te worden ontwikkeld om de strijd aan te binden tegen de sociale dumping in het kader van overheidsopdrachten en concessieovereenkomsten in de speciale sectoren. Daarnaast heeft de FOD Kanselarij van de Eerste Minister een aantal aanbevelingen verzameld onder de vorm van een Gids voor de strijd tegen sociale dumping bij overheidsopdrachten en de concessieovereenkomsten[2], welke van toepassing is in zowel de klassieke als in de speciale sectoren.

Gelet op de voorbeeldfunctie die de federale aanbestedende overheden dienen te vervullen, moeten deze de in de voormelde Gids voormelde bedoelde voorschriften naleven, alsook de bepalingen van het Charter, die als bijlage werden gevoegd bij deze omzendbrief.

De inhoud van het Charter luidt als volgt:

“1. De aanbestedende overheid verbindt zich ertoe elke inschrijver te sensibiliseren voor de strijd tegen sociale dumping.

2. De aanbestedende overheid ziet nauwlettend toe op de naleving van het milieu-, sociaal of arbeidsrecht. Wanneer de offerte van de inschrijver aan wie ze voornemens is te gunnen niet aan deze regels voldoet en de schending van deze regels strafrechtelijk gesanctioneerd wordt, past de aanbestedende overheid artikel 147 van de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten strikt toe en wijst de offerte af.

3. De aanbestedende overheid verbindt zich ertoe na te gaan of het mogelijk is de offerte van de inschrijver aan wie ze voornemens is te gunnen af te wijzen in geval van schending van het milieu-, sociaal of arbeidsrecht en deze schending niet strafrechtelijk gesanctioneerd wordt. Gelet op het evenredigheidsbeginsel, verbindt de aanbestedende overheid zich ertoe gebruik te maken van deze mogelijkheid wanneer de vastgestelde schending verband houdt met sociale dumping.

4. De aanbestedende overheid besteedt bijzondere aandacht aan de verplichte uitsluitingsgrond omwille van het tewerkstellen van illegaal verblijvende onderdanen van derde landen. Als deze inbreuk wordt vastgesteld, sluit de aanbestedende overheid, op elk ogenblik van de plaatsingsprocedure, de kandidaat of inschrijver uit die illegaal verblijvende onderdanen van derde landen heeft tewerkgesteld, met dien verstande dat een veroordeling niet nodig is in dit geval. In het kader van de uitvoering van de opdracht verbreekt de aanbestedende overheid, indien nodig, de opdracht.

5. De aanbestedende overheid neemt kennis van de verplichte uitsluiting omwille van kinderarbeid en andere vormen van mensenhandel als bedoeld in artikel 67, § 1, 6°, van de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, gelezen in samenhang met artikel 151 van deze wet. Ze past deze uitsluiting strikt toe

6. De aanbestedende overheid ziet erop toe dat de ondernemers aan hun verplichtingen tot betaling van belastingen of socialezekerheidsbijdragen voldoen. Rekening houdend met de regularisatiemogelijkheid, sluit de aanbestedende overheid elke ondernemer uit die de genoemde verplichtingen niet naleeft.

7. De aanbestedende overheid besteedt aandacht aan de mogelijkheid om, op elk ogenblik van de procedure, gebruik te maken van de facultatieve uitsluitingsgrond in geval van niet-naleving door een ondernemer van het milieu-, sociaal of arbeidsrecht. Aangezien het niet om een verplichte uitsluitingsgrond gaat, ziet de aanbestedende overheid toe op de naleving van het beginsel van proportionaliteit tussen de vastgestelde schending en de voorgestelde sanctie. Bij deze oefening is de aanbestedende overheid evenwel bijzonder streng voor schendingen inzake sociale dumping, a fortiori als de genomen corrigerende maatregelen niet toereikend zijn.

8. De aanbestedende overheid kiest een of meer gunningscriteria rekening houdend met de betrokken opdracht. Hierbij wordt bij voorkeur gegund op basis van de beste prijs-kwaliteitverhouding. Bovendien kan het criterium betreffende de beste prijs-kwaliteitverhouding ook kwalitatieve en sociale aspecten omvatten.

9. De aanbestedende overheid speelt een actieve rol in de strijd tegen abnormaal lage prijzen of kosten. In voorkomend geval gaat ze over tot een prijsonderzoek waarbij ze de inschrijver verzoekt de verantwoordingen voor te leggen die met name betrekking hebben op de naleving van de regels inzake milieu-, sociaal en arbeidsrecht, met inbegrip van de verplichtingen die gelden op het vlak van welzijn, lonen en sociale zekerheid. Moeten aldus nagezien worden: de juiste berekening van de loonkosten, de correcte betaling van de sociale bijdragen of het bestaan van een globaal preventieplan (wanneer dit vereist is) in hoofde van de inschrijver.

Wanneer de aanbestedende overheid vaststelt dat de abnormaal lage prijs of kost te wijten is aan het niet nakomen van verplichtingen op het vlak van het milieu-, sociaal of arbeidsrecht zoals bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de wet van 17 juni 2016, is zij verplicht de offerte af te wijzen.

10. De aanbestedende overheid is zich ervan bewust dat het probleem inzake sociale dumping zich ook in de onderaannemingsketen voordoet. Bijgevolg maakt ze gebruik van alle door de regelgeving geboden mogelijkheden. Zo gaat de aanbestedende overheid, wanneer de regelgeving daarin voorziet, de afwezigheid na van uitsluitingsgronden in hoofde van de onderaannemers (minstens de rechtstreekse) van de opdrachtnemer.

Bovendien gaat de aanbestedende overheid strikt na of de voorwaarden betreffende de beperking van de onderaannemingsketen zijn vervuld. Zo ziet ze nauwlettend toe op het verbod voor de onderaannemer om de opdracht die hem werd gegund volledig in onderaanneming te geven.

11. Voor de opdrachten van beperkte waarde (waarvan de geraamde waarde lager is dan 30.000 euro) waakt de aanbestedende overheid erover dat geen contact wordt opgenomen met ondernemers die praktijken inzake sociale dumping begaan.

12. Voor de opdrachten die geplaatst worden door middel van een onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande oproep tot mededinging waarvan de geraamde waarde lager is dan de drempel voor de Europese bekendmaking, maakt de aanbestedende overheid strikt toepassing van de verplichte uitsluitingsgronden et de uitsluitingsgrond omtrent fiscale en sociale schulden. Daarnaast waakt de aanbestedende overheid erover dat geen contact wordt opgenomen met ondernemers die praktijken inzake sociale dumping begaan.

13. De aanbestedende overheid is eveneens waakzaam voor praktijken inzake sociale dumping in het kader van concessieovereenkomsten.”

 

Brussel – Antwerpen, 21 maart 2018

Voor meer informatie inzake overheidsopdrachten en concessies:

Prof. Dr. Mr. Steven Van Garsse – steven.vangarsse@eqtr.be

Mr. Simon Verhoeven – simon.verhoeven@eqtr.be

Mr. Alexander Verschave – alexander.verschave@eqtr.be

[1] . Zie ons afzonderlijk nieuwsbericht daarover van 8 augustus 2017 op onze website (www.eqtr.be).

[2] Deze gids kan worden geconsulteerd op: http://www.publicprocurement.be/nl/overheidsopdrachten/regelgeving